Beschrijving
Pargolo – Chianti Classico
Intens robijnrode, complexe en zeer goed gestructureerde wijn. Het fruit van rijpe donkere bessen is bepalend in de smaak, gevolgd door een ietwat vlezige afdronk. Een combinatie van Sangiovese aangevuld met Merlot die werd vergist op houten vaten en daarna een rijping ondergingen van 9 maanden op eikenhouten vaten. Pargolo of letterlijk vertaald ‘kleine jongen’ is de eerste wijn van domein La Villa. Het is op nauwkeurig gekozen percelen die wijlen papa Giacomo nog had uitgezocht waarop de Sangiovese heerlijk ontwikkelt. Pargolo en Giacomo worden nu al ‘cultwijnen’ genoemd en mogen niet ontbreken aan de wijnkast.
Culinair
Lekker bij vleesgerechten en/of paddenstoelen.
Podere La Villa
Ilaria Tachis, dochter van Giacomo Tachis, zet met sterke schreden de wijntraditie verder. Omringd met één van de pupillen van Giacomo Tachis, Allesandro Cellai (Podere Monastero) slaagt ze erin met haar goed uitgekozen velden een schitterende Chianti Classico te maken. Pargolo of kleine jongen is geboren. Een wijn met veel bewaarpotentie.
Toscane
De bekendste Italiaanse wijnen zijn afkomstig uit Toscane. Nochtans klinken slechts een handvol namen ons bekend in de oren. Het grootste aandeel van appellaties en druivenrassen is voor de meeste mensen nog terra incognita. Toscane kan echter nog wel degelijk verrassen op wijngebied. De geschiedenis van de Toscaanse wijn gaat bijzonder ver terug in het verleden. Etruria – zoals de regio in de oude geschiedenis heette – was het land van de Etrusken, die er in de 8ste eeuw v.C. neerstreken en aan wijnbouw deden. Zelfs toen al had de Toscaanse wijn een bijzonder goede kwaliteit, ze werd uitgevoerd naar Zuid-Italië en naar het oude Gallië.
Ook in de middeleeuwen werd Toscaanse wijn geroemd. In 1282 vormden de wijnverkopers zelfs een eigen gilde: Arte dei Vinattieri. In die tijd produceerde Toscane hoofdzakelijk rode wijn en Montalcino was toen reeds een afzonderlijke appellatie. De oudste vermelding van Chianti dateert van 1398 en ging over witte wijn.
De moderne geschiedenis bracht op het gebied van wijn niet altijd rozengeur en maneschijn. Rond 1960 had Toscane het bijzonder moeilijk. Economische verschuivingen maar vooral de verloedering van de wijnkwaliteit lagen aan de grondslag van deze malaise. De jaren zeventig brachten nieuwe ideeën en herstelling van de tradities en de regio herstelde zich. Het is in deze periode dat de ‘supertoscanen’ ontstonden, mede dankzij Giacomo Tachis: topwijnen die buiten de lijntjes van de bestaande appellaties kleurden en zo een golf van vernieuwing in Toscane veroorzaakten.