Beschrijving
Chardonnay Goud
Donkere gouden kleur. De neus is gelaagd met fruitige aroma’s zoals rijpe abrikoos en perzik, aangevuld met aroma’s van toast, noten en een vleugje boter. De smaak is vol en krachtig met fijne zuren. De afdronk is aanhoudend met lichte gerookte toetsen.
Rijping: 12 maanden op hout en 6 maanden in cuves. 12 maanden sur lies. 1 jaar op fles.
Culinair
Ideaal bij vis, zeevruchten, gegrilde kreeft, gevogelte en pasta’s met roomsauzen.
Wijnkasteel Genoels-Elderen
Het Belgische wijnkasteel Genoels-Elderen is gelegen in Genoelselderen, een deelgemeente van Riemst.
Er werden vanaf 1991 ongeveer 22 hectaren wijngaarden aangeplant, voornamelijk Chardonnay (80 %) maar ook Pinot Noir en Pinot Gris. De Chardonnay geeft op de kalkrijke mergelgronden uitzonderlijk verfijnde wijnen, mooi droog met een rijk aroma en een typisch eigen karakter.
Riemst
Het waren de Romeinen die de Vitis Vinifera, de wijndruif, door hun hele rijk zijn gaan aanplanten. De meeste van de huidige wijnbouwgebieden in Europa zijn dan ook probleemloos terug te voeren tot de tijd van de Romeinen. Hoewel er geen harde bewijzen zijn voor wijnbouw rond Genoelselderen ten tijde van de Romeinen, mag men aannemen dat hiervan wel sprake is geweest. Voor de late middeleeuwen zijn er veel bewijzen dat er wijnbouw was. Het domein was het belangrijkste in de Haspengouw en een van de belangrijkste in het Graafschap Loon. Het graafschap Loon maakte sinds 1366 deel uit van het Prinsbisdom Luik, het Land van Luik.
Toen de heerlijkheid Genoelselderen deel uitmaakte van de bezittingen van de Prinsbisschop van Luik, was er veel wijnbouw rond het kasteel. (Jan Lodewijk van Elderen, Prinsbisschop van Luik.) Dit was geen uitzonderlijk gebeuren maar een belangrijke activiteit in de hele regio. De band met Luik was heel oud. Dit blijkt onder meer uit de toelating door de bisschop verleend in 1433 om in de kapel van het kasteel heilige missen op te dragen. Ook deze kapel is rijkelijk met druivenranken versierd.
Teloorgang van de wijnbouw.
In de zeventiende eeuw was er sprake van een ‘kleine ijstijd’, een periode van extreem koude winters. Dit is de periode van de bekende winterlandschappen van de Hollandse meesters. Deze koude periode heeft met zekerheid een groot gedeelte van de wijngaarden vernietigd. Door de ontdekking van Amerika en daarmee de opkomst van de aardappel in Europa, was er een nieuwe cultuur die onmiddellijk vruchten gaf. Nieuwe wijnstokken zouden immers pas na enkele jaren vruchten geven. Hierdoor werden de verloren gegane wijngaarden niet opnieuw met wijnstokken beplant maar koos men voor gewassen als tarwe en aardappelen. Dit alles heeft de wijnbouw zeker harde klappen toegebracht.
Het was in de eerste helft van de negentiende eeuw dat de Belgische overheid de wijnbouw probeerde nieuw leven in te blazen, maar het heeft echter niet kunnen bewerkstelligen dat de wijnbouw in België terug van enig belang zou worden.
Het is pas in de tweede helft van de twintigste eeuw wanneer wijnbouw terug voet aan de grond krijgt in België. Onder aanvoering van Jean Belfroid worden terug wijndruiven aangeplant in Haspengouw. Omdat de kennis van de vroegere Belgische wijnbouw verloren is gegaan moet alles vanaf nul worden opgebouwd. Inmiddels zijn er meerdere wijnbouwers in Haspengouw, het Hageland, het Heuvelland en Wallonië en worden er mooie wijnen gemaakt.
Deze initiatieven vonden navolging in het Nederlandse Zuid-Limburg in de omgeving van Maastricht en in het Geuldal.
Succesvolle wijnbouw rond Genoels-Elderen.
In Genoelselderen, waar vroeger wijnbouw was geweest, werden ook opnieuw wijngaarden aangeplant. Inmiddels zijn er 22 ha wijngaard en heeft men er wijnen van een excellente kwaliteit gemaakt. Prijzen op belangrijke wijnwedstrijden in binnen- en buitenland bevestigen dit. Hiermee is de Belgische wijnbouw definitief terug van weggeweest. Geen grote hoeveelheid, maar wel grote kwaliteit.